![]() |
Kabeloogjes, zelfgemaakt ( Auteur: Wil Gipman ) |
![]() |
![]() In de wat grotere oldtimer schaalmodellen wordt nogal eens met stalen spankabels gewerkt. Het oogje aan het uiteinde wordt dan vaak als lusje uitgevoerd, met een metalen manchetje afgeklemd en klaar is Kees. Het kan echter mooier en beter. We maken daartoe een soort voering voor dat lusje, een flens, van een in de lengte doorgezaagd messing pijpje: het kabeloogje (zie afb. 1). In het voorbeeld is het lusje ongeveer 12 mm lang en is een messing pijpje gebruikt met een buitendiameter van 2,5 mm. Het zagen van het messing pijpje ![]() Men kan kiezen voor een aluminium blokje van ongeveer 25 x 25 mm en 75 mm lang. Dat wordt op een blad gemonteerd vlak voor het zaagblad van een decoupeerzaag, waarin een fijngetand ijzerzaagblad is gemonteerd. Om te voorkomen, dat het dunne blad gaat "zwabberen" zijn twee kogellagers aangebracht voor geleiding. Via een geboord gaatje wordt het messingbuisje naar het zaagblad geleid. Het buisje dient "uit het midden" doorgezaagd te worden, zodat aan één kant minstens de halve buisdiameter overblijft. Aan de andere kant zit de zaagsnede en een strookje afval. Op deze manier krijg je feilloos strakke "flens"-profielen voor onze staalkabeltjes, die we na het afschuinen gaan buigen. Eerst afschuinen Voordat we gaan buigen moeten de uiteinden van ons toekomstig kabeloogje eerst afgeschuind worden. Houd daarvoor ongeveer 15 graden aan over een lengte D (zie afb. 3). Dat afschuinen gebeurt met een vijl, waarbij het handig is om het gehalveerde messing buisje in een kroonsteentje te klemmen en het kroonsteentje weer in de bankschroef te zetten. Afhankelijk van de gekozen buisdiameter varieert niet alleen de maat D, maar ook de lengte L en straks in ons buighulpje de maat A en de diameter van de boor, waar omheen gebogen wordt (zie tabel, maten in mm). ![]()
Het buigen ![]() Het stukje gehalveerde messingbuis met afgeschuinde uiteinden wordt volgens tekening in de mal gestoken en volgens de pijl rond de booras gebogen. Dan verwijderen we het oogje uit de mal. Als de punten nog niet helemaal sluiten, buig dan het langere uiteinde om de boor iets verder door (langs elkaar). Door ze weer terug te draaien kunnen de uiteinden netjes passend worden gemaakt. Nog even de scherpe puntjes van het oogje afzagen en we kunnen de kabel gaan aanbrengen. De kabel aanbrengen ![]() ![]() Nu kan de staaldraad, eenmaal om het oogje gelegd, weer terug door het hulsje gehaald worden. Trek alles goed strak aan en laat het knijphulsje direct op het oogje aansluiten. Knijp daarna het hulsje met een scherpe zijkniptang een paar keer dicht. Het resultaat werd al getoond in afbeelding 1. Wie het nog sterker wil maken kan een druppeltje secondenlijm op de kabel in het puntoogje doen. Als je het kabeloogje door een bevestigingspunt wilt halen kun je het beste de uiteinden scheef draaien (zie afb. 6). Daarna weer tegen elkaar draaien en kabel en knijphulsje aanbrengen. ![]() Wil Gipman. ![]() |