![]() |
Zendersignaal controleren ( Auteur: Wil Gipman ) |
![]() |
Storingen Er kunnen zich bij radiobesturing natuurlijk ook storingen voordoen. Na een harde landing kan de ontvanger ontregeld zijn, of het ontvangerkristal is beschadigd. De accu kan om wat voor reden dan ook eerder leeg zijn dan verwacht. Er kan iemand anders per abuis op jouw kanaal zitten, de antennekabel kan beschadigd of inwendig gebroken zijn. Een veelvoud aan risico's belaagt de argeloze modelvliegpiloot. Het is daarom van belang om zeker te weten of het radiosignaal goed in de ontvanger over komt. Uitluisteren van het zendersignaal ![]() We hebben daarvoor een servokabeltje nodig en solderen daar een contrasteker aan, waarmee onze walkman-koptelefoon (of oortelefoon) aangesloten kan worden. Een servokabeltje heeft drie draden: de "plus", de "min" en de zogenaamde "puls". We hebben de min en de puls nodig. Die worden aan de contrasteker gesoldeerd (afb. 1). De plus gebruiken we niet. Bij de radiobesturing van Robbe zijn de min en de puls de buitenste pooltjes, zoals op afbeelding 2 staat aangegeven. Bij andere merken radiobesturing is dat vaak weer anders, maar daar is met een eenvoudige multimeter snel achter te komen. Heb je zo'n meter niet, vraag dan even een clubgenoot je te helpen. Of kijk even op het steker-overzicht waarop een aantal veel voorkomende servokabels met hun stekers staan afgebeeld. Testen ![]() Begint het ratelend geluid te haperen, dan ben je aan de grens van de rijkwijdte gekomen. Met ingeschoven zenderantenne moet de afstand minimaal ongeveer 30 à 50 meter bedragen. Met uitgeschoven zenderantenne vele honderden meters. De reikwijdte in de lucht is meestal meer dan het dubbele. Haal je deze waarden niet, dan is het niet raadzaam om te gaan vliegen, maar moet je eerst de fout opsporen. Kortsluiting voorkomen: ![]() In de contrastekker zitten de plus- en de minpool heel dicht op elkaar. Bovendien is de minpool ook nog van een knijpklemmetje voorzien. Om nu geen kortsluiting te krijgen is het verstandig om de te solderen draadjes in een krimpkousje van voldoende lengte op te sluiten en er ongeveer 15 mm uit te laten steken. Enkele mm ontstrippen is voldoende om te solderen, terwijl de krimpkous zover mogelijk in de contrastekker geschoven wordt. De krimpkous mag buiten de contrastekker steken. Het pulssignaal afspelen: |