Januari 2010: Een gedeelte van de tekening. De grote poten zijn niet natuurgetrouw en zullen drastisch worden verkleind.
De stabiliteit wordt gehaald uit het vleugelprofiel, de opgebogen vleugeltips en natuurlijk de kop met beenkam van de pteranodon.
|
Januari 2010: Het middenstuk (70 cm breed) krijgt al vorm.
De 120 cm lange vleugels (inclusief afneembare vleugeltips) worden hier aan weerszijden ingestoken.
|
Januari 2010: De grote snavel, kop en hals in aanbouw.
Daarachter het voorste deel van de borst met de as voor het draaibaar maken van de kop.
|
Februari 2010: De kop met beenkam is vrijwel klaar.
Er zal nog wat geplamuurd, geschuurd en in de grondverf gezet moeten worden. De lengte van de kop is 74 cm (van snaveltip tot topje van de hoofdbeenkam) en de kop weegt circa 100 gram.
|
Februari 2010: Het begin van het lijf met de impellermotor.
|
Februari 2010: Het borstgedeelte met de verlengde voorinlaat van de motor.
|
Februari 2010: De steun voor de kop is in de voorinlaat aangebracht.
|
Februari 2010: Zo blijft de motor toegankelijk en uitneembaar.
|
Februari 2010: De romp krijgt zijn eerste laag bekleding.
Duidelijk is nu de achteruitlaat te zien en de eerste aanzet van de (even los neergelegde) poten.
|
Maart 2010: De romp is van 2 lagen 1,5 mm balsahout voorzien.
De hoogteroeren aan de achterzijde zijn nu losgesneden van de vleugel en voorzien van roerhoorntjes.
In de romp is nu ook de doosvormige houder voor de lipo-accu te zien. Een passend dekseltje erop en de romp is dicht.
|
Maart 2010: Samen met de kop er op begint het al wat te lijken. De servo voor het bewegen van de kop is ook al ingebouwd.
|
Maart 2010: De luchtinlaat in de borst zal met een gazen raster worden afgedekt.
|
Maart 2010: De bovenzijde van het middenstuk wordt beplankt.
De contouren van het "rugstuk" zijn inmiddels ook zichtbaar.
De beide hoogteroeren aan weerszijden van de poten worden later aangebracht.
|
Maart 2010: Wat dichterbij is te zien, waar de radiobesturing ingebouwd wordt. Van boven naar beneden:
- servo voor het bewegen van de kop.
- 2,4 GHz ontvanger
- servo voor beide hoogteroeren
- zogenaamde "satelliet-ontvanger" van de 2,4 GHz-ontvanger
De 60 Amp regelaar komt in de "holle rug" van het beestje.
|
Maart 2010: Op de rug wordt vervolgens het afneembare afdekstuk opgebouwd met huishoudfolie ertussen zodat beide delen niet per ongeluk aan elkaar gelijmd worden.
|
Maart 2010: De afneembare "rugdeksel" is een arbeidsintensief werkje vanwege de gebogen vorm in twee richtingen, maar het is uiteindelijk gelukt en weegt daarbij slechts 50 gram!
|
Maart 2010: En zo past het netjes op de rug van het beestje, vastgezet met één nylon bout.
|
April 2010: Een vleugeluitslag volgens de originele tekening.
Let op de negatieve pijlstelling.
April 2010: De door mij aangepaste vleugeluitslag met positieve pijlstelling.
April 2010: Het voor- en zijaanzicht met "normale" poten.
|
April 2010: De vleugels komen zo langzamerhand aan de beurt.
Moeilijke bestuurbaarheid
Zoeken naar Pteranodons op internet heeft nog wel eens succes. Ik kwam op een forum uit waar een levendige discussie gaande was over de moeilijke bestuurbaarheid van de Pteranodon.
Ene Uwe Asmus was daar al drie jaar mee aan het experimenteren. Zo te zien had hij dezelfde tekening gebruikt als ik met de grote platte zwemvliespoten (horen eigenlijk niet bij de echte pteranodon) om zodoende dwarsstabiliteit te krijgen en tevens richtingroeren.
Ook Uwe had een zogenaamd "S-slag" profiel gebruikt (speciaal voor Nurflügel-modellen), overigens slechts over de helft van de vleugel, en de vreemde ailerons aan de voorzijde van de vleugeltips. Het model bleek echter geen bochten te willen draaien.
Na allerlei kleinere aanpassingen heeft hij toch maar traditionele aillerons toegepast. Eerst kleine, daarna grotere en tenslotte over tweederde van de vleugel. Samen met vergrote richtingroeren (in de zwemvliespoten) ging het model eindelijk moeizaam door de bocht.
Aangepaste pijlstelling
Wijs geworden door deze verhalen heb ik nog eens goed naar de vleugelvorm gekeken. Die heeft een negatieve pijlstelling (vleugels steken naar voren), waardoor de ailerons vóór het zwaartepunt komen te liggen. Mogelijk dat daardoor de aileronbesturing niet goed werkt. Het is maar een vermoeden, want ook ik ben geen aerodynamicus.
Mijn Nurflügelmodel "de Geier" heeft een positieve pijlstelling (vleugels iets schuin naar achteren) en vliegt zeer stabiel en vertoont totaal geen afvalgedrag.
Dus heb ik besloten de vleugelvorm wat aan te passen en een lichte positieve pijlstelling te geven (zie tekening hiernaast).
Het silhouet blijft het uiterlijk van de pteranodon houden en is nog steeds acceptabel, lijkt mij.
Dwarsstabiliteit
Voor de dwarsstabiliteit pas ik vrijwel vertikale winglets toe (misschien moet ik nog wat experimenteren met andere winglets). De beweegbare kop kan eventueel meehelpen als richtingroer. Ook dat zal de praktijk moeten uitwijzen.
De oneigenlijke zwemvliespoten heb ik daarbij vervangen door grijpklauwen, iets wat, gezien de fossiele skeletten, waarschijnlijker is geweest bij deze prehistorische vogel.
Plaatje van de "concurrent"
Van de pteranodons van Uwe Asmus heb ik hieronder een afbeelding geplaatst. Hij had zijn vogels niet gemotoriseerd en vloog ermee langs de steile Deense kusthellingen of met behulp van een sleeptoestel en een rijdbaar onderstel onder het model (de rode karretjes op de foto).
|
April 2010: Gevonden op internet: de Pteranodons van Uwe Asmus. De grootste heeft een spanwijdte van 4,50 meter.
|
April 2010: De vleugels zijn opnieuw getekend, nu met een positieve pijlstelling en er is al een begin gemaakt met de bouw.
|
April 2010: De beide vleugels van elk 1120 mm vorderen gestaag. Samen met het middenstuk van 700 mm en de winglets komt de spanwijdte dan op ruim 3 meter.
|
April 2010: De bovenkant van de voorste vleugel is ingedekt, de achterste bijna. Dan de onderkanten nog, de eindlijsten en de ailerons met servo-aansturingen.
|
Mei 2010: Het uitlijnen van de vleugelpennen is een secuur werkje.
|
Mei 2010: En zo ziet het eruit als de (ruwbouw)vleugels even aan het lijf geschoven zijn.
Het lijkt al bijna klaar, maar er moet nog heel veel gebeuren: ailerons aanbrengen, aileronservo's inbouwen, beplanking onderkant vleugels verder afmaken, winglets maken en (afneembaar) aanbrengen, alles naadloos vlakschuren, voorklauwen en achterpoten maken en aanbrengen, alles bespannen en "natuurgetrouw" schilderen... En dan nog heel veel kleine onderdelen.
Maar, hoe dan ook, het schiet lekker op!
|
Juni 2010: De onderkant van de vleugels zijn ingedekt en vlakgeschuurd en de servo's voor de ailerons zijn ingebouwd.
|
Juni 2010: De winglets aan de vleugeltips zijn pasklaar gemaakt. Twee pennetjes en een boutje zorgen voor een stevige afneem-bare bevestiging.
|
Juni 2010: Even een karweitje er tussen door.
Een draagconstructie voor de Pteranodon, gemaakt van 32 mm rioleringspijp en hulpstukken. De vier losse pijpjes verbinden de twee zijstukken.
|
Juni 2010: Zo ziet dat er dan in elkaar gestoken uit.
|
Juni 2010: En zo ligt de Pteranodon er op. Hierdoor kunnen de afneembare delen wat gemakkelijker aan het model gestoken worden.
|
Juni 2010: Bij de toegang tot de lipo-accu en de impellermotor moet het model op z'n kop liggen en is de draagconstructie uiteraard ook erg handig.
|
Juni 2010: De Lipo-accu onderin de buik ligt in een uitneembare houder, die op zijn beurt de motor opsluit.
|
Juni 2010: De accuhouder wordt tenslotte afgesloten door een dekseltje, dat nog met balsa bekleed moet worden en nog voorzien wordt van een eenvoudige sluit- en vergrendelmechaniek.
|
Juli 2010: Boven- en onderzijde van de inmiddels met Oratex "Antik" bespannen vleugels. Aan de onderzijde zijn de aileronservo's ingebouwd.
|
Juli 2010: Ook het rompgedeelte is bespannen en de kop en het rugdeel zijn in de grondverf gezet.
|
Augustus 2010: Ten behoeve van de eerste vlucht heb ik voor alle zekerheid vertikale stabilisatorvinnen gemaakt in twee verschillende groottes.
|
Augustus 2010: Eerst zal met de grote vinnen gevlogen worden, daarna met de kleinere en tenslotte, als dat kan, zonder deze hulpjes.
|
Augustus 2010: Na lang beraad en gesprekken met Cees Wester over stabiliteit heb ik toch besloten de poten als vertikale zwemvliezen uit te voeren.
|
Augustus 2010: Samen zullen zij achter het zwaartepunt het "tegenkoppel" vormen van de windvaanwerking van de grote snavel en kop vóór het zwaartepunt.
|
September 2010: Het model is inmiddels van top tot teen beschilderd...
|
September 2010: De kop wat dichterbij, op het pvc-juk.
|

September 2010: Een doorkijkje door de romp met de impellermotor.
|
September 2010: Nu de radiobesturing nog inbouwen en afregelen, het zwaartepunt nader bepalen en dan... voorzichtig op een rustige dag de pteranodon invliegen.
Zodra het zover is volgt ook daar een verslag van.
|
November 2010: Tot een eerste proefvlucht is het nog niet gekomen, maar alles is wel inmiddels ingebouwd, het zwaartepunt (globaal) bepaald en de motor proef laten draaien (een hoog gierend geluid).
Het model is op een windrijke dag aan een nylondraad "in de wind" gehangen en dan zou het beestje volgens het "windvaanprincipe" met de kop tegen de wind in moeten draaien. Dat gebeurde weliswaar, maar nog niet erg overtuigend, dus heb ik besloten om de vertikale stabilisatorvinnen nog wat groter te maken.
Dat moet deze winter dus nog even gebeuren, zodat komend voorjaar het vogeltje toch eindelijk zijn (of haar) vuurdoop krijgt...
|
September 2011: Na een druk jaar met veel andere kluswerk kom ik eindelijk ook weer aan de modelbouwhobby toe.
De pteranodon ondergaat op 28 september zijn eerste "proefvlucht". De kop van het beestje is nog even weggelaten en vervangen door eenzelfde gewicht aan metaal op de as. Het is een mooie zonnige dag met weinig wind en een mooi lang weiland achter de Kuiperberg in Ootmarsum.
Bert van Zuilekom zal het model voor me wegwerpen. Met de motor op half gas wordt het slechts een korte vlucht. Het model daalt direct en landt binnen tien meter al weer in het gras.
De volgende worp gaat met volgas en het model stijgt direct zo snel en steil, dat down drukken al te laat is en de vogel naar rechts afvalt en op zijn romp (zonder kop) neerstort. De accu ligt er uit, één vleugelpen is flink verbogen, maar verder kan ik geen schade ontdekken. Helaas einde oefening deze dag. Eerst een algehele inspectie van het model, een nieuwe stalen vleugelpen halen en voor de volgende proefvlucht toch maar het zwaartepunt wat verder naar voren.
|